VAN/VOOR DE ZATERDAGTRIMMERS (17-01-2021)

1. Verslag. (17.01.21)

Het scheidsrechters fluitje.

Het was een mooie zomerse dag en ik bevond mij zittend in een bamboe tuinstoel op het terras in de achtertuin van de heer Van der Wal-Bake, de bekende hockey scheidsrechter, die gehoor had gegeven aan mijn verzoek om met hem zijn niet geheel geruisloze verleden als arbiter door te nemen. 
“Hoe bent u ertoe gekomen zich als hockeyscheidsrechter te bekwamen en de fluit ter hand te nemen?” begon ik mijn gesprek met de heer Van der Wal-Bake. Daar moest mijn respondent toch even over nadenken, wat mij de gelegenheid gaf even de omgeving in mij op te nemen. Ik bespeurde zoals in zoveel tuinen waar geen vrouw haar invloed kan aanwenden om het kleurenpalet aan zomerbloeiers te bepalen, een duidelijke voorkeur voor geel. Met name de Afrikaantjes, Rudbeckia’s, gele Zonnehoeden, Ranonkels en Begonia’s hadden de overhand. 
Tenslotte begon hij voorzichtig: “Ik ben in mijn beste jaren, ik was een laatbloeier, een redelijke hockeyer geweest met een aparte techniek, sommigen noemen het een lichamelijk gebrek. Ik ben namelijk motorisch rechts maar ik hockey links en speelde midvoor, vat u het nog?” 
Ik knikte instemmend, hem aanmoedigend door te gaan. 

“Voor menige opponent is dat lastig te verdedigen maar voor een scheidsrechter is het bijzonder moeilijk te beoordelen of de bal nou wel of niet met de bolle kant wordt gespeeld. Begrijpt u wel?”, en hier hapert de goede man even.
Ik zie dat het Van der Wal-Bake moeite kost om zijn verhaal voort te zetten, maar ik blijf hem bemoedigend aankijken. 
“U heeft daar kennelijk een mindere ervaring mee”, probeer ik het gesprek gaande te houden.
“Ik zal u dit vertellen, maar daarna wil ik er niets meer over horen”, zo sprak hij enigszins aangedaan. “Het heeft mij mijn actieve hockey carrière gekost, en een scheidsrechtersfluitje opgeleverd”.
“Vertel”, moedig ik hem weer aan.
Het bleef even stil, maar vervolgens kwam het hele verhaal eruit.
“Het was tijdens een wedstrijd, volgens mij om des keizers baard, tegen ‘Be fair’, godbetert, dat de scheids mij wegens vermeende bolle kant affloot tijdens een van mijn weergaloze rushes door de inmiddels verdwaasde defensie van de opponent. Ik meld de scheids vervolgens dat het niet bol was en dat ik links speel en dat hij dat kennelijk niet in de gaten had, kan een keer gebeuren. ‘Niet reclameren, ik fluit’ was het korte en tevens correcte antwoord van de scheids, waar ik niets tegen in te brengen had. Nog geen 5 minuten later speel ik de bal geniaal met de backhand, wat trouwens voor een linkse speler een eitje is, naar de opkomende rechter halfback, hiermee een vrije doortocht creërende naar de goal. Maar nondeju wederom het snerpende fluitsignaal van de scheids. Ik kijk vragend naar de arbiter, die met de binnenkant van zijn rechterhand op de buitenkant van zijn linker klopt. Elke insider begrijpt dat: bolle kant. Wederom bepleit ik mijn recht bij de scheids, gebaseerd op mijn linkse handicap, waarop zijn reactie was dat ik kon vertrekken als ik mijn mond niet hield. Iedereen die mij kent weet dat ik eerlijk en rechtschapen ben, en dat ik niet versaag als ik het gevoel heb dat ik in het gelijk sta. 

Het was na de thee, en als u goed geluisterd heeft begrijpt u wat er nu staat te gebeuren, ik word wederom, nu voor de derde keer ten onrechte afgefloten voor vermeende bolle kant. Ik loop furieus naar de scheidsrechter, neem mijn bril af en adviseer hem dringend om die voor de rest van de match op zijn neus te zetten. Het antwoord van de goede man laat zich raden, hij accepteert de bril niet en stuurt mij, overigens geheel terecht, van het veld, zo dacht hij. Want op dat moment slaat bij mij één der stoppen door, gelukkig nog niet alle, en ik weiger pertinent aan zijn verzoek gehoor te geven en blijf dus op het veld staan. Medespelers, zelfs tegenstanders proberen mij te overtuigen om gevolg te geven aan het advies, nee het bevel om het veld te ruimen, ook al had ik gelijk. Bovendien begint de tijd te dringen en is iedereen inmiddels wel toe aan een biertje.

Ik loop mopperend naar de dug-out en ga daar zitten, plaats genoeg. Maar nee, de scheids vindt dat niet voldoende en sommeert mij om naar de kleedkamer te gaan, en als ik daaraan niet wens mee te werken wordt zelfs gedreigd met politie ingrijpen. Op dat moment slaat de volgende stop door en al zwaaiend met mijn Karachi King nader ik de scheidsrechter die zich in wanhoop verbergt achter onze aanvoerder, nog verre familie van de heer A. Geesink. Ik slinger mijn stick een paar keer als een kogelslingeraar in de rondte om hem vervolgens op de hoogste snelheid los te laten waarna hij rakelings langs aanvoerder en scheids over het belendende veld vliegt en vervolgens met een luide plons in de Zeister Grift verdwijnt. Deze stick is nooit meer teruggevonden."
“Ik neem aan dat hier een forse schorsing op volgde?” opperde ik. “Nou,” zei de heer Van der Wal-Bake, “dan bent u toch onvoldoende ingevoerd in de regels der etiquette bij het edele hockeyspel. We ballen op het scherpst van de snede, een spel waar de scheids onderdeel van is, maar zodra het laatste fluitsignaal heeft geklonken laat een ieder het venijn om te winnen van zich afvallen en zijn we allemaal solidair, met slechts één bezigheid voor ogen: de derde helft, daar doen we het voor.

Dus na de wedstrijd, zonder te douchen, de warmwater geiser bleek weer defect, mengden de teams en de wedstrijdleiding zich rondom de stamtafel, met daarop de eerste twee kratten bier, waar ik plaatsnam naast mijn scheidsrechter, die het gesprek heropende met een aantal korte, treffende zinnen: ‘Leuke wedstrijd. Er gebeurde tenminste wat. Jammer van die stick. Laten we proosten’. Toen ik hem op een gegeven moment vroeg hoe het nou zat met dat politieoptreden zei hij: ‘Ja, toch wel handig als je dat achter de hand hebt, en hij wees naar de bar, die dame daarachter zit bij de Mobiele Eenheid.’ Ik mijmerde hierover nog even na en betreurde het dat ik de confrontatie met die blonde van de ME uit de weg was gegaan.

Bij het verlaten van het clubhuis na het derde, waarschijnlijk vierde biertje, de zon begon al onder te gaan, gaven we elkaar de hand en hij fluisterde mij toe: ‘Ik speelde ook links, maar heb al vrij snel mijn verzet tegen de scheidsrechters opgegeven en ben zelf maar gaan fluiten’, waarop hij mij zijn scheidsrechtersfluitje overhandigde.
‘U bent er aan toe’, was het laatste wat ik opving voordat ik achter het stuur van mijn auto kroop.
“Zo is het gekomen.” 

2. Algemeen.
# Van onze inmiddels zeer bekende schrijver wederom een wat hij noemt fictief interview. Laat nou iemand die wij kennen ooit in een wedstrijd hetzelfde te hebben meegemaakt, hoewel met dit verschil dat dat bij de Kromhouters in Tiel was!
# Voor komende zaterdag weer de schrale troost, het belooft dan koud en nat te worden.

3. Trim-, Toernooiagenda.
# 15.03.2021 De Zaterdagtrimmers bestaan alweer 46 jaar!.

Gegroet, Wiel

Trimmers op Zaterdag Overzicht