VAN/VOOR DE ZATERDAGTRIMMERS (27-02-2021)

1. Verslag. (27.02.21)

Na de Corona

Het was fris buiten, en daarom zitten we op een avond in november na de Corona crisis met een aantal hockeymaatjes in een taveerne in ons dorp rond een gasgestookt open haardvuur bijeen. Uiteraard kwam het gesprek op de achter ons liggende nu al historische Corona periode. Gek genoeg bleek dat er bij een aantal met een zekere weemoed naar die tijd werd terug gekeken. We hadden het allemaal, relatief gesproken niet gemakkelijk gehad. Een had een kennis verloren, een ander was besmet geraakt, maar was met milde klachten toch redelijk weer opgekrabbeld en een derde als vrijwilliger werkzaam in de zorg had in feite, ver voor de vaccinaties, onbaatzuchtig, haar leven min of meer op het spel gezet. 

We waren collectief in die periode aan huis gekluisterd, en hadden reikhalzend uitgezien naar het moment dat het voorbij zou zijn, dagelijks de besmetting- en vaccinatiecijfers volgend. Tenslotte konden we eindelijk weer met onze vriendengroepjes bij elkaar komen, gewoon om elkaar te ontmoeten, aan te raken, om te hockeyen, te fietsen, te biljarten, of aan fitness en zo te doen en zoals die namiddag in november om met elkaar een glas wijn of bier te drinken.
Al die maanden hadden we ervan gedroomd om weer samen plezier te maken, naar een film te gaan, naar de schouwburg, winkels in en uit te lopen. We hadden bijna vierkante ogen van het Netflix kijken, en we waren inmiddels al die bordspelletjes zat.
En nu opeens was het zover, deze zaterdagmorgen, onze eerste echte partijtje hockey sinds anderhalf jaar en daarover zaten we dan ’s avonds bij het haardvuur met elkaar te praten, over die periode, die wij voorgoed achter ons hadden gelaten en, geloof het of niet, er trok een gevoel van nostalgie over mij heen. Nostalgie naar die “beklemmende” periode die nu achter ons lag. Had ik dat gevoel alleen? Nee, we spraken allen met een zekere melancholie over die periode waarin we bekenden wel eens heimelijk, niets menselijks is ons vreemd, “de regels van Rutte” aan onze laars te hebben gelapt, en met vrienden gingen bridgen, met een te grote groep op de hei gingen wandelen, toch je ouders omhelzen op hun verjaardag, zonder mondkapje met anderen in één auto, je handen een keer niet wassen na een bezoek aan de supermarkt en het gaf je nu, achteraf toch een ongemakkelijk spannend gevoel.
We waren het er over eens, dat deze periode ook een sterker gevoel van saamhorigheid met zich mee had gebracht, we waren serieus meer geïnteresseerd in elkaar, er werd meer gebeld, geappt en de voorzichtige vraag die je elkaar stelde bij een berichtje of een begroeting gedurende een dagelijkse wandeling, “hoe gaat het er mee” was zeker geen loze beleefdheidsvraag, het toonde een waarachtig gevoel van interesse in de gezondheid van de ander, die net als iedereen, onder hetzelfde juk gebukt ging.
Hoe komt dat toch, is het zo dat veel wat in het verleden is geschied, en er nu niet meer is en hopelijk ook niet meer zal komen, iets van een aureool om zich heen draagt. Zoals ouderen (van mijn leeftijd) slechts opgewekt en vol lof praten over hun schoolperiode, waarin, in tegenstelling tot heden ten dage, niets mocht en alles moest, maar dat zijn we vergeten. Wat beklijft uit zo’n periode zijn de excessen, niet dat meester De Wit zo mooi kon voorlezen uit “Alleen op de wereld”, maar wel dat hij zo venijnig aan je oorlelletje kon trekken. Ik heb in een verhaal van de schrijver Bomans eens gelezen dat als wij herinneringen uit het verleden ophalen, het vooral hebben over ontberingen en niet over de mooie momenten van voorspoed. Zeker als je de ontbering alleen had meegemaakt, zoals het breken van je fietsketting als je net achter een eerste vriendinnetje aan wilde om haar naar huis te begeleiden na de dansles in een zaaltje van uitspanning “Het hijgend Hert”. 

De reden, volgens de schrijver, is duidelijk, voorspoed is niet interessant om over te vertellen, wat moet je ervan zeggen als het gaat zoals het moet gaan, het wordt pas vermeldenswaardig als het flink tegenzit. Zoals, daar gaan we weer, die hockeywedstrijd tegen die veel te sterke tegenstander, waar je al eens met 7-0, met de staart tussen de benen van verloren had. Een verslag daarvan maken is zinloos, want het ging precies volgens de verwachting, maar dan die return, de veel te sterke tegenstander wordt, geheel tegen de krachtsverhouding in, met 1-0 verslagen, niet die uitslag, maar het feit dat mid-mid Van Nijnatten zijn pink breekt door een onreglementaire klap op de stick, kijk dát moet in alle toonaarden verteld en vermeld worden. Ben ik dan toch weer op hockey terecht gekomen, alsof er niets anders op de wereld gaande is.

Maar dan schrik ik opeens wakker, ik was na de warme avondmaaltijd vergezeld door een paar smakelijke glazen wijn in de late avondzon ingedommeld, en ik zag op mijn horloge dat ik me moest haasten om nog voor de avondklok naar de supermarkt te gaan.

Dromen zijn vaak bedrog.

2. Algemeen.

# Onze onderhand bijkans vaste columnist verraste ons hierboven deze keer met een bijdrage over 'Na de corona'. Volgens eigen zeggen was het een laatste 'after corona' bespiegeling. Wij hopen nu maar dat met dat 'laatste' bedoeld werd, voor deze week! 
# Ook al omdat wij geen corona ouders voor bij het hek konden vinden (zie AMHC-site), zal er komende zaterdag (weer) geen trimhockey zijn! 

3. Trim-, Toernooiagenda.
# 15.03.2021 De Zaterdagtrimmers bestaan alweer 46 jaar!.

Gegroet, Wiel

Trimmers op Zaterdag Overzicht